SV | En Jehu kwam met Jonadab, den zoon van Rechab, in het huis van Baal; en hij zeide tot de dienaren van Baal: Onderzoekt, en ziet toe, dat hier misschien bij u niemand zij van de dienaren des HEEREN; maar de dienaren van Baal alleen. |
WLC | וַיָּבֹ֥א יֵה֛וּא וִיהֹונָדָ֥ב בֶּן־רֵכָ֖ב בֵּ֣ית הַבָּ֑עַל וַיֹּ֜אמֶר לְעֹבְדֵ֣י הַבַּ֗עַל חַפְּשׂ֤וּ וּרְאוּ֙ פֶּן־יֶשׁ־פֹּ֤ה עִמָּכֶם֙ מֵעַבְדֵ֣י יְהוָ֔ה כִּ֛י אִם־עֹבְדֵ֥י הַבַּ֖עַל לְבַדָּֽם׃ |
Trans. | wayyāḇō’ yēhû’ wîhwōnāḏāḇ ben-rēḵāḇ bêṯ habā‘al wayyō’mer lə‘ōḇəḏê haba‘al ḥapəśû ûrə’û pen-yeš-pōh ‘immāḵem mē‘aḇəḏê JHWH kî ’im-‘ōḇəḏê haba‘al ləḇadām: |
En Jehu kwam met Jonadab, den zoon van Rechab, in het huis van Baal; en hij zeide tot de dienaren van Baal: Onderzoekt, en ziet toe, dat hier misschien bij u niemand zij van de dienaren des HEEREN; maar de dienaren van Baal alleen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Jehu kwam met Jonadab, den zoon van Rechab, in het huis van Baal; en hij zeide tot de dienaren van Baal: Onderzoekt, en ziet toe, dat hier misschien bij u niemand zij van de dienaren des HEEREN; maar de dienaren van Baal alleen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!